Ester, wat doe jij precies bij de brandweer in Nederland?
“In de afgelopen tien jaar heb ik mij vooral beziggehouden met het dossier natuurbrandbeheersing. Eerder spraken we over ‘bosbrandbestrijding’, maar het speelveld bleek veel breder. Een brand ontwikkelt zich immers in verschillende typen vegetatie, van duin tot veen, met bijbehorend verspreidingsgedrag. In ons relatief kleine land was er enorm veel specifieke, maar versnipperde kennis aanwezig, opgebouwd vanuit jarenlange praktijk ervaring. Lokale en regionale initiatieven hebben we effectiever met hulp van de faunabeheerder daarom samengevoegd tot het landelijk specialisme natuurbrandbeheersing. Waar de één specialist is in brandonderzoek, heeft de ander ervaring met de inzet van de blushelikopter, of een gebiedsgerichte aanpak waarbij men preventieve maatregelen afstemt met onder anderen de natuurbeheerder, gemeente, particulier grondbezitters enzovoort. Door zo’n dertien thema’s samen te voegen en te verbinden, hebben we met alle betrokken spelers in het veld een landelijk en kwalitatief hoogstaand specialisme kunnen ontwikkelen binnen de brandweer in Nederland.”
Hoe is jouw liefde voor de natuur ontstaan?
“Die gaat al een tijd terug! Mijn vader en opa hebben mij altijd gestimuleerd om naar buiten te gaan. Een groot deel van mijn jeugd heb ik dan ook in de natuur, struinend met een kijker om mijn nek en de hond aan de lijn doorgebracht.” “Mijn studie Bos- en natuurbeheer aan Hogeschool Van Hall Larenstein was een schot in de roos. Omdat ik al werkte, heb ik de opleiding in deeltijd gedaan. Aansluitend raakte ik betrokken bij de ontwikkeling van een simulatiemodel voor het maken van een inschatting van de verspreiding van een natuurbrand. Dit was het begin van een leerzame periode van tien jaar. De nadruk lag vooral op het uitvoeren van veel veldonderzoek in binnen- en buitenland. Alleen zo was het mogelijk een zo realistisch mogelijke berekening uit te voeren omtrent de uitbreiding van een natuurbrand. Daarnaast vertelden de veiligheidsprofessionals in het veld – brandweer en natuurbeheerders, gamekeepers (in het Verenigd Koninkrijk) – ons waar zij in de praktijk tegenaan liepen bij het voorkomen of bestrijden van een brand.” “Ik hoop dat de kennis die we met z’n allen in Nederland hebben opgebouwd over flora- en faunabeheer versus het beheersen van natuurbranden niet verloren gaat. Ik zie het als een groot goed om deze kennis blijvend aan elkaar over te dragen. Er is in de laatste decennia veel veranderd en ik begrijp nu ook beter wat soms de gevoeligheden zijn wanneer er wordt gesproken over faunabeheer en ‘de jacht'. Vroeger had het ree door kleinere dichtheden ruimte om te leven in haar natuurlijke habitat, en kon het een eigen territorium bepalen. Nu lopen soms al hele reeënsprongen noodgedwongen bij elkaar. Dat blijkt tegennatuurlijk, met alle nare gevolgen van aanrijding en ziekten van dien.”