Nieuwe lijst: 313 soorten met risico
Aanleiding voor extra aandacht is de publicatie van een nieuwe Horizonscan. In dat rapport staan maar liefst 313 soorten die mogelijk een bedreiging vormen voor onze natuur. Sommige zijn al zichtbaar in het veld, zoals Japanse duizendknoop of reuzenberenklauw. Andere, zoals de Patagonische haas of hottentotvijg, zijn nog nauwelijks aanwezig, maar dat kan snel veranderen.
Niet alleen planten
Exoten zijn er in vele soorten en maten. Denk aan waterplanten, bomen, vissen of bodembacteriën. Maar ook dieren zoals de wasbeer en de wasbeerhond vormen risico’s. Ze verstoren het evenwicht, zijn vaak lastig te beheersen en brengen soms ziektes over. De meeste soorten komen het land binnen via handel, hobbycollecties, dierentuinen of botanische tuinen.
Eerst begrijpen, dan handelen
Een veelgemaakte fout bij exotenbestrijding is direct ingrijpen, zonder te kijken naar de ecologische context. Neem de Japanse duizendknoop. Wie gaat hakken of graven, verspreidt de plant juist verder. Een goede eerste stap zou kunnen zijn: niet direct handelen, maar waarnemen. En daarna zoeken naar een natuurvolgende oplossing. In veel gevallen is het dus slimmer om het systeem aan te passen – niet de soort te bevechten.
Voorbeeld: de Amerikaanse rivierkreeft houdt van kale oevers.
Laat je die slootranden wild begroeien (zonder watergang te blokkeren), dan maak je het terrein onaantrekkelijker voor deze soort.
Niet elke soort is per definitie 'slecht'
Sommige invasieve soorten trekken juist veel insecten of stabiliseren de bodem. Toch is het risico op verdringing van inheemse flora en fauna vaak groter. De kunst is om per gebied en situatie een zorgvuldige afweging te maken. Standaardoplossingen bestaan dan ook niet. Deze dubbele impact maakt de aanpak complex. Gewoon weghalen is niet altijd de juiste oplossing, maar niets doen ook niet altijd.