Banner ipc website

Arbo & veiligheid ARBOweetje: de preventiemedewerker

Onderwerpen
blog
14 april 2020
Arboweetjes web

Sinds 1 juli 2005 wordt de preventiemedewerker genoemd in de Arbowet. Dat is een medewerker binnen een organisatie die belast is met preventieve taken op het gebied van veilig en gezond werken. Het woord ‘preventie’ zegt het al: het gaat bij deze taken om het voorkomen van ongevallen en verzuim. Er wordt steeds meer belang gehecht aan zo’n preventiemedewerker. Zo moet elk bedrijf volgens de wet minstens één preventiemedewerker hebben.

Maar wat doet zo’n preventiemedewerker nu concreet, en wat voegt hij of zij precies toe aan een veiliger en gezonder werkomgeving binnen uw organisatie? Daarover gaat dit arboweetje.

De preventiemedewerker en de wet

Volgens de Arbowet moet elk bedrijf in Nederland minimaal één werknemer aanwijzen als preventiemedewerker. Het mogen er ook meer zijn, het aantal is afhankelijk van de grootte van het bedrijf. Maar het moet in ieder geval iemand zijn die werkzaam is binnen het bedrijf. Want hij of zij heeft min of meer de rol van ‘interne’ Arbodeskundige.

Een preventiemedewerker heeft drie wettelijke taken. Deze worden genoemd in hoofdstuk 3 van de Arbowet, in het onderdeel Bijstand deskundige werknemers op het gebied van preventie en bescherming (hoofdstuk 3, artikel 13 van de Arbowet, lid 7).

Volgens de Arbowet omvat het verlenen van bijstand in ieder geval:

  1. Het verlenen van medewerking aan het verrichten en opstellen van een risico-inventarisatie en -evaluatie als bedoeld in artikel 5;
  2. Het adviseren aan onderscheidenlijk nauw samenwerken met de deskundige personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging, of, bij het ontbreken daarvan, de belanghebbende werknemers, inzake de genomen en de te nemen maatregelen, gericht op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid;
  3. De uitvoering van de maatregelen, bedoeld in onderdeel b, dan wel de medewerking daaraan.

(bron: wetten.overheid.nl/)

Natuurlijk staat het de werkorganisatie vrij om de preventiemedewerker meer taken dan alleen de wettelijke te laten uitvoeren, maar dat zijn dan adviserende taken. We kennen in de wet het zogenaamde maatwerkprincipe; het is aan te bevelen om de taken van de medewerker aan te passen aan de specifieke omstandigheden binnen de organisatie. Hierover later meer.

Wat wordt er globaal bedoeld met lid a, b en c?

  1. De preventiemedewerker ondersteunt de werkgever bij het opstellen van een overzicht van alle risico’s over de veiligheid, gezondheid en het welzijn binnen het bedrijf. Dit resulteert in de RI&E (Risico-Inventarisatie en Evaluatie). De werkgever krijgt door de RI&E snel inzicht in waar verbeteringen nodig of gewenst zijn. De preventiemedewerker heeft ook een belangrijke rol bij de invulling en bewaking van het plan van aanpak (Evaluatie). Met name bij de prioriteitsstelling en het bepalen wie verantwoordelijk is voor de uitvoering kan hij een grote rol vervullen. Hij is zoals gesteld een werknemer van binnen de organisatie, die de gesignaleerde risico’s en de betrokken mensen kent. Dat kan een groot voordeel opleveren voor alle betrokkenen.

Bedrijfsarts en arboarts

Het verschil tussen een bedrijfsarts en een arboarts leidt vaak tot discussies.
Een arboarts is een basisarts, zonder verdere specialisatie. Een bedrijfsarts heeft na het basisartsendiploma een medische specialisatie gevolgd van 4 jaar. De bedrijfsarts is opgenomen in het BIG-register. Hiervoor moet hij voldoen aan bepaalde vereisten op het gebied van nascholing en kwaliteitsborging. In het (verplichte) basiscontract is vastgelegd dat de bedrijfsarts tijd moet reserveren voor overleg met de preventiemedewerker.

De preventiemedewerker adviseert en begeleidt deskundige personen als bijvoorbeeld een arbeidshygiënist, veiligheidskundige of bedrijfsarts bij maatregelen die genomen moeten worden, of die al genomen zijn op het gebied van veilig en gezond werken.

Bij voorkeur is de preventiemedewerker afkomstig van de werkvloer, of heeft hij er grote affiniteit mee. Hij of zij moet het aanspreekpunt zijn voor de medewerkers. Daarom moet hij makkelijk toegankelijk zijn voor iedereen. Met zijn kennis en ervaring van de ‘dagelijkse’ werkzaamheden levert de preventiemedewerker een grote bijdrage om risico’s op voorhand te minimaliseren. Enkele voorbeelden van risicovolle dagelijkse werkzaamheden: kans op gezondheidsklachten bij het bestrijden van de eikenprocessierups als je persoonlijke beschermingsmiddelen niet goed werken (denk hierbij ook aan draagcomfort), blijvende gehoorschade door werkzaamheden, werken met gevaarlijke stoffen, enz. De preventiemedewerker kan een schakel- of bufferfunctie vervullen tussen de werkgever en werknemers, of tussen werknemers en een ondernemingsraad (OR) of Personeelsvertegenwoordiging (PvT). Zie voor dit laatste ook Wet op de ondernemingsraden (WOR), artikel 15, lid 1 en 2. Een OR kan op die basis een vaste commissie VGWM (Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en milieu) instellen. De preventiemedewerker kan uiteraard lid zijn van die commissie ( ook van de OR natuurlijk). Maar hij kan ook bepaalde zaken signaleren, bijvoorbeeld als bepaalde uit de Ri&E gestelde doelen niet worden gehaald.

Welke taken kan de preventiemedewerker nog meer hebben?

Zoals eerder gezegd hoeft de rol van de preventiemedewerker zich niet tot het wettelijke deel te beperken. Je kunt de functie goed uitbreiden met andere taken, maar let wel op: dit moet goed worden vastgelegd in de functieomschrijving van de preventiemedewerker. Doe je dit niet, dan riskeer je in een later stadium belangenverstrengelingen en verwarring.

Voorbeelden van aanvullende taken:

a. De preventiemedewerker assisteert de werkgever met heldere voorlichting over duidelijke werkinstructies (procedures). Probeert ze uit, evalueert ze en past ze aan tot een goede (werkzame) procedure. Deze stap kan erg belangrijk zijn als je werkt met laag opgeleide medewerkers, medewerkers met een achterstand tot de arbeidsmarkt of anderstalige medewerkers.

b. De preventiemedewerker kan een voorlichtende rol vervullen. Denk bijvoorbeeld aan het correct en consequent gebruiken van beschermingsmiddelen.

c. De preventiemedewerker kan de (verplichte) scholings- en voorlichtingsrol van de werkgever coördineren en soms uitvoeren. Bij een VCA-gecertificeerd bedrijf wordt dit vaak gedaan door de KAM-coördinator en wordt dit Tool-box genoemd.

d. Om ervoor te zorgen dat het onderwerp ‘gezond en veilig werken’ hoog op de agenda blijft, kan de medewerker elementen uit het plan van aanpak en de voortgang daarvan, regelmatig communiceren via nieuwsbrieven, bijeenkomsten of het intranet.

e. Minder in het oog lopend maar zeker net zo belangrijk: de preventiemedewerker kan een ongevallenregistratie bijhouden. Heeft de medewerker een aanvullende opleiding gehad in de vorm van een MVK of HVK[1], dan kun je ook denken aan ongevallenonderzoek, registreren en rapporteren.

f. De preventiemedewerker kan de rol van vertrouwenspersoon binnen het bedrijf vervullen, maar let hierbij wel op het risico op belangenverstrengeling.

g. De preventiemedewerker kan ook de bedrijfshulpverlening organiseren, inclusief noodprocedures voor zowel binnen- als buitendienstmedewerkers.

Natuurlijk kun je nog veel andere Arbo-onderwerpen bij de preventiemedewerker onderbrengen. Essentieel is dat alle taken duidelijk omschreven zijn in de functieomschrijving. Zo kan de preventiemedewerker een absolute meerwaarde vormen voor een bedrijf op het gebied van Arbo.

Tot slot

Ook nu geldt: hoe beter de preventiemedewerker is opgeleid en toegerust voor zijn beoogde rol, hoe groter de toegevoegde waarde is voor het Arbobeleid van een bedrijf.

Helaas zie je vaak dat iemand ‘het er even bij moet doen’ of deze taak toegeschoven heeft gekregen. Dit is een zeer slechte zaak: de rol van preventiemedewerker is een echte taak, die te belangrijk is om er zomaar even bij te doen.

Met een goed functionerend Arbobeleid dat een goed preventiebeleid bevat, voorkom je veel leed. Het is het dus waard om te investeren in een goed opgeleide preventiemedewerker. Geef hem of haar niet alleen een adviserende rol, maar zorg ervoor dat zijn advies soms bindend opgevolgd moet worden. En leg dat duidelijk vast, bijvoorbeeld in een procedure of functieomschrijving.

Terug naar overzicht