De aanpak van het kabinet dat water en bodem sturend zijn bij ruimtelijke keuzes, betekent dat we meer meebewegen met de natuur en rekening houden met toekomstige (klimaat)scenario’s. Zo zorgen we ervoor dat we bestand zijn tegen klimaatveranderingen als wateroverlast en hittestress. In dit artikel delen Aletta en Betting van gemeente Leeuwarden hun ervaring met de tweedaagse training 'Bodem en water sturend' van IPC Groene Ruimte.
Aletta: “Ik werk onder meer aan woningbouwplannen in dorpen en een beleidskader voor wonen in de stad. Toen ik enthousiaste ervaringen van collega’s bij stedenbouw hoorde, werd ik nieuwsgierig naar deze cursus. Met mijn achtergrond in planologie vind ik het belangrijk dat we breder kijken dan alleen het tekort aan woningen.”
Betting: “Ik werk onder andere aan milieurecht, omgevingsplan en het geluid op festivals. Veel collega’s zijn met bodem en water sturend bezig. Daar wilde ik meer over weten.”
Dit betekent veel meer dan een paar extra bomen
We zitten middenin de woningopgave, maar tegelijk hebben we te maken met uitdagingen op het gebied van het herstellen en versterken van de biodiversiteit, de kwaliteit van ons water en klimaatadaptie. De kwaliteit van onze leefomgeving is cruciaal voor onze gezondheid. Een uitdagende tijd, deelt Aletta: “Het moet financieel uit kunnen bij planeconomen en projectleiders. Kies je voor een paar woningen of meer bomen?” Betting vervolgt: “Bodem en water sturend gaat wel verder dan een paar insectenhotelletjes her en der. We lossen nu alles op met technische middelen, maar we moeten gaan denken voor de lange termijn. Met de natuurlijke omstandigheden als vertrekpunt.”
Tegelijk speelt de politiek een belangrijke rol, die slechts 4 jaar actief is. Aletta: “Van de investeringen die je nu doet, zie je pas over 20 jaar het effect.” Betting: “We richten op dit moment vooral efficiënt in met de euro’s van nu.” Aletta vult aan: “Terwijl een woning in een vergroende omgeving uiteindelijk meer oplevert. Ook in de stad werkt een koele omgeving door op de gezondheid van de mens. Daar hangt nu geen prijskaartje aan.”
Vanaf het begin
De cursus leverde waardevolle inzichten op bij Aletta en Betting. “Ik leerde goed kijken naar de inrichting van de omgeving, waarbij je rekening houdt met de oorsprong van een omgeving. Zo voeg je op lange termijn waarde toe voor de omgeving.” Maar in zijn functie is Betting vooral betrokken bij de eindfase. Stof tot nadenken, zegt hij: “Als je dit wilt oppakken, moet dit een verplichte cursus worden voor iedereen die vanaf de initiatieffase betrokken is bij de planvorming. Als je in het begin bodem en water sturend niet meeneemt, kun je het daarna niet meer gemakkelijk aanpassen.”
Aletta vult aan: “Als we nu niets veranderen, spelen er serieuze klimaatproblemen over 50 jaar. Iedereen die hier in het fysieke domein komt werken, moet wat mij betreft een basiscursus volgen.”
Ook in de praktijk komt de cursus van pas, vertelt Aletta: “We zijn bezig met het beleidskader voor Wonen in de Stad. We nemen vuistregels op per plan: hoe ga je om met vergroening? Zo kunnen we aan ontwikkelaars meegeven wat we belangrijk vinden als gemeente.”
Makkelijker maken om groener te handelen
Als Betting en Aletta om zich heen kijken, zien ze dat er op alle vlakken veel winst te behalen is. Aletta: “Ik zie in de wijken strak gemaaid gazon en tuinen vol tegels. We moeten het makkelijker maken om groener te handelen, er is een cultuuromslag nodig.”
Betting sluit af: “Je ontkomt niet aan de klimaatproblemen. Ga je er in verdiepen en laten we samen de voorbeeldfunctie innemen die we als overheid hebben.”
Dit artikel verscheen eerder op het intranet van gemeente Leeuwarden
